Aen de Lefer .
C K zie alreede , gunftige Lezer , watter voor my geboren en gekoockt is . Zommige dickhuydige menfchen , die van zot meelenkoud water geknedenzijn , zalickhierdoor - gaenste hoogerijzen , enfchijnen uyt - druckelick verftaentegeven , dat ick niet en wil verftaen hebben : alleenelick om dat zy hier eenigh Duytfch vinden zullen , dat haer fwacke herflens niet gewent en zijn , noch haer bedorvenmageen kanverdouwen . Zulckelieden , zoo zy nietweenen en können , gebiedickloockenajuynte gebruyckenjen Zoo zy fchoen - makers zijn , niet verder teoordeelen alsvan de fchoen . Even - wel om oockdie , eneenige andere , hoe - wel anderzins nieton - Wetende , die heczelve gevoelengetrouwt en in - genomen hebben , ee - nighzins te vernougen , wil ick yetwes , totrechtveerdingevan mijnon - gemeen fchrij ven , te vooren leggen .
Sedert dat ick de oude en geleerde talen deur - loopen , en meeft alle de Europefche , die by onsgebruyckelickzijn , gefmaeckt hebbe , heb'ick my dickwils verfoeyt , dat onfe natie ( een volck dat anderzins in kon - ften en wetenfchappen geen andere en wijckt ) zo naer - latigh en verzuy - migh geweeil is , om onze tale op te bouwen , en haer behoorlick en meu - gelick cieraed tegeven : voornemelickziende , enalsnuendanbeproe - vende , datter nauwelick yet fraeys of uyt - nemende by andere gevonden en wert j dat vanons niet zoude können naergevolght , enbynaermec even - veel woorden even - aerdigh uyt - gedruckt werden . Hier van hebb ick zoo wathenen , naerdat ick verflchelick de memorie met dit of dat befprenght , en gedrenckt hadde , genoeghzame preuve gegeven : immers , alseen ftoutebracke , hetveld ontdeckt , daer wel - geoeffende ken , mijns oordeels , een nuttelicke en vermaeckelicke jacht vinden len . Want ickhebbe hieren daer , naer mijn geringh oordeel , de fijnfte bloeme van goede boecken gezaeyt , mengende , íboveel door mijn be - gnjp doenelick is , de Attifche zoetigheyd met de Laconifche kortheyd .
tlszeker , dat onze tale bequaemis , om op hooge fchoenente tre - ^en , en allerley vercierffel aen te nemen ; jae , datmeeris , om tedragen het gewichte van de grootfle in - beeldingen , die in een menfchelicke ziele vallen können . Ons enontbreecktniet , alsdatwynietdurven , of en willen van andere nemen , dat zy , zonder haer verlies en verminderin - ge , ons mildelick aen - bieden : zonder dat wy eenigh ander woord , als ons eygen » en by ons geburgert , hoeven te gebruycken . Zoo hebben eer -
tijds
1 KbK 2evp - 3Z3 u
10 11 12 13 14 15
cm