IJyt - breydinghe .
\ ïe zìjn herffens niet lcdig en hout , en zijn oefFeainge maeckt , van te bemercken den menfchelicken om - gangh , en de nucken en tucken , die daer met nijt en ftrijt gedreven werden , zoude wel goede reden heb - ben , te wenfchen , waer het meugelick , buyten de werelt fielt te zijn , ja wel geenmenfche tewezen , zoo hy anders geen Chriften enware . Slaetuw oogen , werrewaerts gy kont , cjua - lick gae het my , zoo ghy 't allefins niet qualick en zietgaen .
Maer hec grootfte verdriet van ailes , en dat de meefte nen verwecken moefte , is hier in gelegen , dat de innerlicke oprechtigheytmetde kladde van geveynftheyt ; de uytter - licke , doch onnoofelevryheyt , methetflijckvanEpicuer - fche fwijnen , beworpen wort . Niemant is te vreden , dat de menfche fine encalle zjjnen Heere . Wy dringen in eens anders herte , daer wy het onze niet vatten en können ^ en ftellen een ander voor onze vier - fchare , die wy zelve niet en willen onder - worpenzijn , immers die daer , voor ens zelven >noytgeen daghvaii rechte èn beleggen . De WTcltis <vol<Vanluyden , die de lampen Jnuytcn , en geenolie daer in endoen : en die dasr tneenen genoegb - faem baereere te doençroeycn , a ! s z¿V eens anders be / no even , ofteenemael uyt - roeyen . Defepijnelickebedenckingen deden my , t ren tijde , defe veeríen uyt - gieten . v
'Eick een roert^ìjn dünne Ììpy Enz . it met eens anders flip , Dìe bemhoort tè zjjn in merd'ty In de affebsn h>àn den beert *
Vint ghy er gens typee of dry , Zyn - ^e w aereen foeynigb ìry , 'tìs ^anduyjent^uaìick cen 3
Of ¡y bìjten dees ofgeen ,
Met een 'vinnightant - getreck In den rugk^of in den neck . Zoo - % oock0met een kleyn ge^egb , Temandt prij^en^by denwegh , 't Is altijdts , het - wareivat , Z oo hy diefeyl niet en badt ,
Let
10 11 12 13 14 15