lchap / Wzatte / ende tot bat berdoemelictte bleelchelijclte leuen deler werelt da» die selkdeoudero opghetoFhenende opAhe - uoetwo : del» / Fhelycl» als alle die heyde - nenban den beginne ghedaen hcüUcn / die God nopt bekent en Hebben .
Hegt wat pzopheteert doch todanich haerdoopfcl / dat ki alreede al ontkanghen IjcüücttfTft niet encKcl nerrichept ( oo : de - lc ( te recht ) bed : iegherye / fpot ende fchart deboo : den oojjhen «vodo^ M feftecUKcn lo / wacht b oft ghi wilt / daer en mach gheen Froster ssUjchelhe / spot / okc laüer inder eewichept ^yinmenneer doo : Hein beuonden wo : den . «Om dat dan bi auon - tuenu» dieheymelycile bedecte afssryselic heyt / welcil daer derbo : ghen licht in dit booigetetrodooplel der cleynderonmo» digyer Kinderen / noch in uwer hecte nier recht betteltt cit is / fo moet idi d een inael de falte in co : theyt boo : ttell ? / op dat gh» deo te beter de lueghen banderwaerheyt wel ondcrtchepden moecht . jfr fal d doo ? fetten dat ghene / het welcke dat dan me - uich hoildert iarn» Heer / alo een dagelicx handcl / ghclijcttalo alle inenlchen teluer »net ooghen bellen moghen / gheb : uyckt ts / ellde >uch leider «Hodsalle daghe ghe - bmyctwott .