hem kunnen verwijten, dat
hij ook maar met de oogen
geknipt had. En de boot
draaide drie-, viermaa)] rond,
en was toen tot den Tand
toe vol water ; zij moest zin-
ken. Detinnen soldaat stond
tot den hals toe in het wa-
ter en de boot zonk al die-
per en dieper, Meer en meer
weekte het papier los, daar
zing het water over het hoofd
van den soldaat, — toen
dacht hij aan de kleine, lieve
lanseres, die hij nu nooit
meer te zien zou krijgen; en
het klonk den tinnen soldaat
in de ooren:
. Morgenrood, morgenro id,
Hij hebt voorspeld’n vroegen dood!
Nu liet het papier los, en
de tinnen soldaat zakte er
doorheen — maar werd op
hetzelfde oogenblik opge-
slokt door een grooten visch.
Neen, maar wat was het
daarbinnen donker! het was
er nog veel erger dan onder
de plank, en het was veel
nauwer. Doch de tinnen sol-
daat was standvastig, en lag
zoo lang hij was met zijn
geweer in den arm. —
De visch zwom heen en
weer, en maakte de zonder-
lingste bewegingen, Einde.
lijk hield hij zich doodstil en
toen … wat werd het plot-
seling licht ... een stem
riep . „Wel heb ik bij