DE SPRINGER
Eene vloo, een sprinkhaan en een springkikker (5 wilden
eens zien, wie van hen het hoogst zou kunnen springen; zij
verzochten de gcheele wereld en iedereen, die slechts komen
wilde, om dat verrukkende schouwspel bij te komen wonen.
't Waren drie lie zich in de zaal ver-
zamelden.
„Ja, ik zal mijn dochter geven aan hem, die het hoogst
springen kan,” zeide de koning; „want als men zoo iets zien
wil, dient men niet karig met de belooning te zijn.”
De vloo kwam het eerst op; zij had zeer beschaafde ma:
nieren en groette naar alle kanten, want zij had freulesbloed
TU
Pon kindersneelgoed. uit het schaongemaakte borstbeeu eener vans gemaakt.