Full text: Andersen's Sprookjes

DE GEOOTE KLAAS EN DE KLEIN: 
„Oeh, och,” zuchtte Klaasje; „'k ben T 
al naar den hemel toe!” 
„En ik, arme stumper, dan!’ zei de 
stokoud en kan er toch nog niet inkome: 
„Maak mijn zak open,” riep Klaasje, , 
de plaats in, en je zult heel gauw in der 
„Heel graag,” zei de veehoeder en m 
waar kleine Klaas dadelijk uitkroop. 
„Maar nu moet je ook op mijn vee p! 
toen hij goed en wel in den zak zat. K: 
toe en trok nu met de veekudde verder. 
Na een poosje kwam groote Klaas uit 
nam den zak weer op zijn rug; die sche 
oude veehoeder woog niet zoo zwaar 
laat zich nu veel gemakkelijker dragen; 
een stuk van de preek heb gehoord.” 
de diepe en breede rivier kwam, wierp 
ouden veedrijver daarin, en riep hem, 
dat het kleine Klaas was, half spottend 
je je loon. Nu zal je mij niet weer bij 
Toen hij echter op den terugweg aan 
ontmoette hij kleinen Klaas, die zijn TW 
„Wat drommekater is dat ®%’ riep gro 
daar zoo aanstonds niet verdronken ?” 
„Ja zeker,” antwoordde kleine Klaas 
uurtje heb je me in ’t water gegooid.” 
„Maar hoe ben je aan dat prachtige 
groote Klaas. 
„'t Is watervee,” zei kleine Klaas: 
tellen en dank je wel duizendmaal, 
hebt gesmeten, want daardoor heb je 
man gemaakt. In den zak stond ik dl 
toen ik van de brue in ’t ijskoud wate. 
$ 
& 
t 
$ 
je] 
m 
je] 
(9 
co 
Pd 
n moet 
20 
Mm 
09 
(5 
® ik ben 
- 
ef 
mij in 
_— 
(fj 
_ 
(3 
z open, 
_ 
N 
e vude, 
stevig 
‚en. Hij 
zijn: de 
is. „Hi 
mdat ik 
elijk bij 
met den 
neening, 
\aar heb 
en.” 
í kwam, 
ef, 
eb ik ie 
_ 
_ 
© 
_ 
ied 
] 
lein balf 
2 
ANS 
f#] 
dd 
2’ vroeg 
oralles ver- 
> ö ’t water 
Ss schatrijk 
„2 uit, en 
* blies de 
NN 
dt 
3 
- 5 
<q 
D 
à 
If
	        
Waiting...

Note to user

Dear user,

In response to current developments in the web technology used by the Goobi viewer, the software no longer supports your browser.

Please use one of the following browsers to display this page correctly.

Thank you.