Full text: Andersen's Sprookjes

’m ONDEUGEND JONGSKE. 
nKom binnen en ik zal je wel verwarmen. Wijn en een appel 
zal je hebben; want je lijkt me een lieve, aardige jongen toe.” 
Dat was hij dan ook. Zijne oogen fonkelden als twee hel 
dere sterren. en ofschoon het water uit zijne blonde lokken 
droop, kruiden ze toch heel mooi. Hij zag er uit als een kleine 
engel, maar was bleek van kou en beefde over zijn geheele 
lichaam. In de eene hand hield hij een fraaien boog, maar 
die scheen door den regen heelemaal bedorven; al de bonte 
kleuren op: de pijlen waren er door de nattigheid afgespoeld.
	        
Waiting...

Note to user

Dear user,

In response to current developments in the web technology used by the Goobi viewer, the software no longer supports your browser.

Please use one of the following browsers to display this page correctly.

Thank you.