DE STANDVASTIGE TINNEN SOLDAAT,
en bracht hem in de kamer, waar allen zeer verlangden den
merkwaardigen man te zien, die in de maag van eenen visch rond-
gereisd was, maar de tinnen soldaat was daar volstrekt niet trotsch
op. Zij plaatsten hem op de tafel en daar — ja, wat kan het toch
wonderlijk in de wereld toegaan! De tinnen soldaat was in de-
zelfde kamer, waarin hij vroeger geweest was; hij zag dezelfde
kinderen en op de tafel stond hetzelfde speelgoed : dat heerlijke
kasteel met die aardige danseres. Zij stond nog altijd op haar éene
been en hield het andere hoog in de lucht; zij ook was standvastig.
Dat trof den tinnen soldaat zeer en bij was op het punt tin
te gaan schreien, maar dat paste niet. Hij zag haar aan, maar
geen van beiden zeide iets.
Toen nam een der kleine knapen den soldaat en wierp hem
in de kachel. Hij gaf daar geen redenen voor op; de kabou-
terman in de doos was zeker ook daarvan de oorzaak.
De tinnen soldaat stond daar in een heerlijk licht en voelde
eene hitte, die ondragelijk was; maar of ze van het we-
zenlijke vuur of van de liefde kwam, dat wist hij niet. Hij
had zijne kleuren geheel verloren; of dat op de reis gebeurd
was, dan wel, of verdriet er de oorzaak van was, kon niemand
met zekerheid zeggen. Hij zag de kleine dame aan. Ook zij
zag hem aan en hij voelde, dat bij smolt; maar nog stond hij
daar even standvastig als altijd met het geweer in den arm.
Daar ging plotseling de deur open. De wind greep de danseres
en zij vloog, als eene sylphide, in de kachel naar den tinnen
soldaat toe, flikkerde nog eens op in de vlammen en — weg
was ze. Toen smolt de tinnen soldaat tot een klompje te zamen en,
toen de meid den volgenden morgen de asch weghaalde, vond ze
hem als een klein tinnen hartje. Van de danseres daarentegen vond
men iets, dat zwart gebrand was en nergens meer naar geleek.