HET JODENMEISJE
„Arme Sara!’ werd toen gezegd. „Arbeid en nachtwaken
hebben haar kracht geheel uitgeput.”
En ze brachten haar naar de ziekenzaal van het werkhuis.
Daar stierf zij. Van daar bracht men haar naar haar graf,
schoon niet naar het kerkhof der Christenen; dat was immers
geen plaats voor de Jodin, neen, buiten aan den muur werd
zij ingekuild.
En Gods zon, als zij opging en de graven der Christenen
bescheen, straalde ook op het graf van het Jodenkind aan
den kerkmuur buiten, en het gezang dat over het kerkhof
der Christenen klonk, ging ook over haar graf, en ook tot dat
kwam de blijde boodschap:
„Er is eene opstanding in Christus, in Hem, den Heer, Die
tot Zijne jongeren sprak: „Johannes doopte met water; maar
ik zal u met den heiligen Geest doopen.”