Full text: Andersen's Sprookjes

“hb 
DE KLOKKEKUIL. 
om-bam ! Bom-bam! klinkt het uit de „Klokkediepte” 
in het kleine riviertje bij Odense. — Wat is dat 
voor een riviertje? Och, een kind in de stad Odense 
kent het: '’t stroomt beneden de tuinen van de sluis 
tot den watermolen onder de houten bruggen heen, maar al 
tijd langs tuinen voorbij. In '’t riviertje groeien gele water. 
lelies en bruin bepluimd riet; oude, gebarsten wilgen hangen 
van de overzij, waar zich een moeras en een tot het bleeken 
van het linnen gebruikte weide uitstrekken, ver over het water 
heen. Maar van den stadskant ziet men tuin aan tuin, en 
allerlei plantsoenen, hier met mooie bloemen, heesters en 
priëeltjes, daar enkel met aardappels en kool bezet. Vaak ziet 
men ook heel geen tuin, want de groote vlierboomen breiden 
zich daar uit en hangen ver over het stroomend water, dat 
hier en daar zoo diep is, dat men het met geen stok peilen 
kan. Voor een oud zoogenaamd jufferklooster is ’t het aller- 
diepst; daar is in ’t riviertje de beruchte klokkekuil en daar 
woont de waterman. Over dag, als de zon op het water schijnt, 
slaapt hij; '’s nachts, als de sterren flikkeren, en bij mane- 
schijn komt bij te voorschijn. Hij is stokoud; grootmama had 
hare grootmama over hem hooren spreken; hij woont daar 
moederziel alleen en heeft behalve die groote, oude kuilklok
	        
Waiting...

Note to user

Dear user,

In response to current developments in the web technology used by the Goobi viewer, the software no longer supports your browser.

Please use one of the following browsers to display this page correctly.

Thank you.