UB Kiel digital Logo Vollbild
  • Erstes Bild
  • Vorheriges Bild
  • Nächstes Bild
  • Letztes Bild
  • Doppelseitenansicht
Wählen Sie mit der Maus den Bildbereich, den Sie teilen möchten.
Bitte wählen Sie aus, welche Information mit einem Klick auf den Link in die Zwischenablage kopiert werden soll:
  • Link zur Seite mit Hinweisbox im Bild
  • Link zu einem IIIF Bildfragment

Jan Vander Veens Zinne-Beelden, oft Adams Appel: Verciert met seer aerdige Konst-Platen. Mitsgaders Sijne Oude en Nieuwe ongemeene Bruylofs Zegezangen, Raetselen, uytgebeelt met zin-rijcke Uytleggingen; sijn Gulden en Yseren Eeuw; als mede een Nikkers-Praetje. Noyt voor desen soo gedruckt

Zugriffsbeschränkung

Für diesen Datensatz liegt keine Zugriffsbeschränkung vor.

Nutzungslizenz

Public Domain Mark 1.0. Weitere Informationen finden Sie hier.

Bibliografische Daten

fullscreen: Jan Vander Veens Zinne-Beelden, oft Adams Appel: Verciert met seer aerdige Konst-Platen. Mitsgaders Sijne Oude en Nieuwe ongemeene Bruylofs Zegezangen, Raetselen, uytgebeelt met zin-rijcke Uytleggingen; sijn Gulden en Yseren Eeuw; als mede een Nikkers-Praetje. Noyt voor desen soo gedruckt

Monographie

URN:
urn:nbn:de:gbv:8:2-1428610
Persistente ID:
PPN722278535
Titel:
Jan Vander Veens Zinne-Beelden, oft Adams Appel: Verciert met seer aerdige Konst-Platen. Mitsgaders Sijne Oude en Nieuwe ongemeene Bruylofs Zegezangen, Raetselen, uytgebeelt met zin-rijcke Uytleggingen; sijn Gulden en Yseren Eeuw; als mede een Nikkers-Praetje. Noyt voor desen soo gedruckt
Signatur:
Cb 6368
Autor:
Veen, Jan
Dokumenttyp:
Monographie
Herausgeber:
Wees
Erscheinungsjahr:
1662
Erscheinungsort:
Amsterdam
Sprache:
Niederländisch
Sammlung:
Emblembücher
Umfang:
[11] Bl., 356 [i.e. 456], [3] Bl., 138 S
Ausmasse/Dimension (Quelle):
16 cm
Physikalischer Standort:
Universitätsbibliothek Kiel
Beschreibung:
Literatur: Höpel, Ingrid: Mundus Symbolicus. Emblembücher aus der Sammlung Wolfgang J. Müller in der Universitätsbibliothek Kiel. - (Katalog ; 1), - Kiel : Ludwig, 2004. - S. 104-108

Inhaltsverzeichnis

Inhalt

  • Jan Vander Veens Zinne-Beelden, oft Adams Appel: Verciert met seer aerdige Konst-Platen. Mitsgaders Sijne Oude en Nieuwe ongemeene Bruylofs Zegezangen, Raetselen, uytgebeelt met zin-rijcke Uytleggingen; sijn Gulden en Yseren Eeuw; als mede een Nikkers-Praetje. Noyt voor desen soo gedruckt
  • Einband
  • Titelseite
  • Edele, Erentveste, Achtbare, Wijse, Voorsinnige ende seer Bescheydene Heeren, Burgermeesteren, Scheepenen ende Raedt Der Stadt Deventer.
  • Gratulationes [Beiträger: Nostra Damus Læti. 2. Adr. Sticke.3. Elck Hoor Naar 'tGoerde.4. Verwin U Selven]
  • Aende Borgerye Der Stadt Deventer.
  • Jan van der Veens Zinne-Beelden, oft Adams Appel.
  • ['t Eerste Zinne-Beeldt.] De Cristalyne stroom is't Schilt van d'eene kant, Maar ons geheel behoudt staet in des Heeren handt.
  • [Tweede Zinne-Beeldt.] Trouwt vryigheyd aen vree, geen lieffelijcker paer Is oyt in Neder-landt gekoppelt aen malkaer.
  • ['t Derde Zinne-Beeldt.] In't Eeuwigh Duyster Rijck is d'Oorlogh uyt-gebroedt, En door het giftigh Sogh des Tweedrachts op-ghevoedt.
  • ['t Vierde Zinne-Beeldt.] Door't Sweirt is mennigh Mensch gesnevelt en vernielt, Maar door de boose tongh ontelbaar meer ont-zielt.
  • ['t Vijfde Zinne-Beeldt.] Ghy spotters die verwaent van yeder-een een veer trekt, Weet datmen achter rugh met u noch tienmael meer gekt
  • ['t Seste Zinne-Beeldt.] De waerheydt overwind de Leugen en de Zonde, De Waerheyt drijft en vlot, de Leugen moet te gronde.
  • ['t Sevenste Zinne-Beeldt.] Door't Sweert zijn duysenden vernietight en vernielt, Maer noch ontelbaer meer door dronckenschap ontzielt.
  • ['t Achtste Zinne-Beeldt.] Soo ghewonnen soo verlooren, Lanck gewassen kael gheschooren.
  • ['t Negende Zinne-Beeldt.] Der Hoeren zangh en spel, en lodderlijcke loncken, Onsteken in de Ziel onlesschelijcke voncken.
  • ['t Tiende Zinne-Beeldt.] Een oud' onkuyssche Sot, een arme en hoveerdigh, End' een rijck Leugenaer, zijn wel bespottens weerdigh.
  • ['t Elfde Zinne-Beeldt.] Belooningh krijghtme na de daat, Het goet met goet, en't quaet met quaet.
  • ['t Twaelfte Zinne-Beeldt.] 't Ont slippen vande tijt, 't verlies van oogh of eer, Zijn hoopeloos ghesocht men vint die nimmer weer.
  • ['t Derthiende Zinne-Beeldt.] Die na den Hemel wil sal sulcken gangh niet leeren, Dit's heel verkeerdelijck, men moet sich omme-keeren.
  • ['t Veerthiende Zinne-Beeldt.] Daer Geyl-hart Geldt voor biet, Begeer ick niet om niet.
  • ['t Vijfthiende Zinne-Beeldt.] Oydelheydt ghy weet u zonde te beproncken, En seght ter-wijlmen danst so drinktme sich niet dronken.
  • ['t Sesthiende Zinne-Beeldt.] Op aarde' en is by-na geen Goddelooser quaat, Het gunt ondankbaarheyt in't boos te boven gaat.
  • ['t Seventhiende Zinne-Beeldt.] Wie op sijn Hamans gaat om Mardachay te prangen, Bereyt sijn eygen Galgh en Strop, om aen te hangen.
  • ['t Achtiende Zinne-Beeldt.] Na karige, sparige, viltige scheerders, Slempers, en dempers, en milde verteerders.
  • ['t Negenthiende Zinne-Beeldt.] Waar vintmen meerder arremoet ; Als daar de rijkdom Vrekheyt voedt?
  • ['t Twintighste Zinne-Beeldt.] Door's Werrels sotte vreught en dwase lust der oogen, Wert mennich eer hy't weet in't droeve diep getoogen.
  • ['t Een-en-twintighste Zinne-Beeldt.] De Gout-zuchs is een groote plaagh Veel slimmer als een quade Maagh.
  • ['t Twee-en-twintighste Zinne-Beeldt.] Het Hart om hoogh en't Oogh na't Graf, Dat schaft de praal en hooghmoedt af.
  • ['t Drie-en-twintighste Zinne-Beeldt.] 't Is Brouwen te vergeefs't en kan en mach niet baten Indienmen't selve giet in bodemloose Vaten.
  • ['t Vier-en-twintighste Zinne-Beeldt.] Het ongerijmt geklap of redenloose reeden, Verderven soet verhaal en alle goede zeeden.
  • ['t Vijf-en-twintighste Zinne-Beeldt.] O Man ghy zijt te swak om duysent pondt te dragen, Ey lieve laat het staan of sult het u beklagen.
  • ['t Sees-en-twintighste Zinne-Beeldt.] Al is het Kint de Roed' ontwassen, Tot straf moet dan de Kluppel passen,
  • ['t Seveb-en-twintighste Zinne-Beeldt.] 't Is Iacobniet die klapt, den dronck heeft al de schult, Want anders is hy stil en suerder als een Zult.
  • ['t Acht-en-twintighste Zinne-Beeldt.] Als 't lange wel geluckt soo houtmen 't voor gewis, Maar als die regel mist soo speurtmen wat het is.
  • ['t Negen-en-twintighste Zinne-Beeldt.] Geest Dedalus gehoor, o Icarus op Stelten, Of dijm gevleugelt wass sal haestelijk versmelten.
  • ['t Dertighste Zinne-Beeldt.] Indienmen Midas wil tot eenen Rechter kiesen, Gewonnen ist met Pan, Apollo moet verliesen.
  • ['t Een-en-dertighste Zinne-Beeldt.] Noch wijse raadt, noch goet bediet, En baat een taaye styf-kop niet.
  • ['t Twee-en-dertighste Zinne-Beeldt.] 't En is geen Edelman al is hy van het bloedt, 't En zy dat hy't bevest en Ed'le Wercken doet.
  • ['t Drie-en-dertighste Zinne-Beeldt.] Siet Isaaks geteel, en Adams eerste Zaat, Was Cooren ende Kaf,'t een goet en't ander quaat.
  • ['t Vier-en-dertighste Zinne-Beeldt.] Vernoeght u met u loon, antwoorde Jan Baptist, Of sou dat zijm geseyt deursoeckt de Boere Kist.
  • ['t Vijf-en-dertighste Zinne-Beeldt.] Wanneer het kout Metaal deur 't vuir an't gloeyen raackt, Wert heeter op het lest als die sijn hette maeckt.
  • ['t Ses-en-dertighste Zinne-Beeldt.] En keurt niet an't gelaat hoe treff'lijk toe ghereet, Vaak steekt een dapper heldt in't slecht gescheurde kleedt.
  • ['t Seyen-en-dertighste Zinne-Beeldt.] In Pleyt, in Kaarten-spel, en Paarden te verruylen. Doar sal al in't gemeen een boefjen onder schuylen.
  • ['t Acht-en-dertighste Zinne-Beeldt.] Geen slimmer Banck'rottiers als die met knechten praalen, En dubbel zijn gegoet, en willen niet betaalen.
  • ['t Negen-en-dartighste Zinne-Beeldt.] Fris op Rogier Bon-temps van weelde nummer zat, Hoe dartelt uwe lust, maer duyren is een Stadt.
  • ['t Veertighste Zinne-Beeldt.] Hier is of slinghs of rechts te keuren of te kiesen, 't Zy winninge tot eer, of eere te verliesen.
  • ['t Een-en-veertighste Zinne-Beeldt.] Dat niemant van sijn groote' of krachten sich beroem, Want alles is maar Hooy, en teder als een bloem.
  • ['t Twee-en-veertighste Zinne-Beeldt.] Den hoogh-moedt doet geen goet, alleen de Borgery Van Hattem, krijght daar deur de booter in de Bry.
  • ['t Dry-en-veertighste Zinne-Beeldt.] De malle kallery het tieren ende rasen, Is vruchteloos, nochtans het voedt en mest de dwasen.
  • ['t Vier-en-veertighste Zinne-Beeldt.] 't En is geen Mannen-hart te staan een teder Wijf, Keel min sijn eygen Vrouw (de helfte van sijn lijf.)
  • ['t Vijf-en-veertighste Zinne-Beeldt.] U O'vrigheydt zy Onderdaan, Want's heeft van Godt de macht ontfaan.
  • ['t Ses-en-veertighste Zinne-Beeldt.] Vernoeging in gheringhe staat, Een Keysers Croon te boven gaat.
  • ['t Seven-en-veertighste Zinne-Beeldt.] Lof Minnaars van den dagh, we lievers van den nacht, De prijser van het licht, de duysterheyt veracht.
  • ['t Acht-en-veertighste Zinne-Beeldt.] Wat over-last en pijn men't eed'le zaat an-doet, Of hoemen't minder spaardt hoe meerder dattet voedt.
  • ['t Negen-en-veertighste Zinne-Beeldt.] Die hier de Rekeningh van's werrelts Ioop besiet, Vint voor een once vreucht een hallef pont verdriet.
  • ['t Vijftighste Zinne-Beeldt.] Voor die sich staagh tot God begeeven, Baardt hier de Doodt het eewigh leeven.
  • Jan van der Veens Over-Zeesche Bruylofs-Zangen
  • Rijm-lievers.
  • Wetet Leser.
  • Trou-Dicht, Ter eeren den Eerwaardigen ende Hoogh-gheleerden Pieter Lesper, Der beyden rechten Doctoir, Ende d'Eerbare Deucht-rijcke jonge Dochtor Juffr. Anna van Wesicke. Vereenight met den H. Bandt des Houwelijcx binnen der Stadt Deventer, den I. December 1622.
  • Feest-Dicht, Tot eer vanden Eersamen ende vromen Iongh-man Walewyn vander Veen Bruydegom, Ende d'Eerbare Deugt-rijke jonge Dochter Janneken Abrams van Dalen Bruydt. Vereenicht met den Bandt des Houwelijcks den 28. Sept. Anno 1625. In Amsterdam.
  • Feest-Dicht, Tot eer vanden Eerentsesten ende Hoog-gheleerden Iongh-man, Winolt van Campen, Ende d'Eerbare Deught-lievende Jonge Dochter Juffr. Geertrut van Apeldorn. Vereenicht binnen Deventer met den H. Bandt des Houwelijcks den 25. Junius, Anno 1626.
  • Feest-Dicht, Ter seren den Eersamen vroomen Ionghman Sr. Tieleman van Beringen, Ende d'Eerbare Deuchtrijcke jonge Dochter Juffr. Christina Lieftincks. In d' Echt vergadert den 4. Febr. 1627.
  • Feest-Dicht, Tot eer vanden Eersamen Iongh-man Laurens Iansz de Malines, Ende d'Eerbare Deught-rijcke jonge Dochter Juffr. Anna van Mansdalen. Vereenight met den Bant des Houwelijcx den 6. Februarius, Anno 1628.
  • Bruyt-lofs Dicht, Tot eer en vermaeck vanden Eersamen jongh-man Sr. Gviliaume Mostert, Ende d'Eerbare Deught-rijcke longe Dochter Iuffr. Emerentia Servaes. Vereenight met den Bandt des Houwelijcks binnen Amstelredam den 4. April Nieuwen stijl 1628.
  • Feest-Dicht. Tot eer vanden Eersamen Jonghman Hendrick Schuttleworth, Ende d' Eerbare Deughtrijcke jonge Dochter Catalina Jans. Vereenight inden Echt, tot Amsterdam den 3. October Nieuwen stijl, Anno 1628.
  • Pastorael. Feest-Dicht, Over't versamen vanden Eersamen Ionghman Arent vander Veen, Ende de Eerbare Deucbt-rijcke longe Dochter Maria Pyls. Vereenight met den Bandt des Houwelijcks den 10. Februario binnen VVtrecht. 1629.
  • Feest-Dicht, Tot eer van den VVel Ed. Eerentvesten, ende Manhaften Iongman Wilhelm Murits Bacx, Ende de Ed. Eerentrijcke jonge Dochter Johanna Hoef-Ysers. Vereenight inden Echt, den 2. Iuny, 1630.
  • Bruylofs-vermaeck, Toe-ge-eygent den Eerentvesten Ionghman Willem Vreinck, Ende d'Eerbare deught-rijcke jonge Dochter Barta Muyllemans. Vereenight met den Bandt des Houwelijcks binnen Deventer, den 26. October 1630.
  • Feest-Dicht, Toe-ge-eygent Den Ed: Eerentfeste Manhafte Arnoldt Brant, En de wel Ed: Deught-rijke Ionge Dochter, Jff. Hillegonde vanden Boetselaer, Vereenicht in den Echt den 12 Juny 1631.
  • Feest-Dicht, Toe-ge-eygent den Eerentfesten Jonghman Albrecht van Warnshof, Ende de Wel-deught-rijke Jonge- Dochter Sara Maria. Vereenight in den Echt, den 8. April 1632.
  • Harders-Praatje, Toe-ge-eygent den Eersamen Ionghman Albrecht Plate, Ende d'Eerbare Deucht-rijcke Ionge Dochter Margarita Grootwyk. Vereenight in den Echten staat den 2. November 1632 binnen Amstelredam.
  • Bruylofs-Praatje, Toe-ge-eygent den Eersamen Ionghman Gerard Jordens, Ende d'Eerbare deugtrijke jonge Dochter Anna Muylmans. Vereenight in den Echt, den 14. April, 1635.
  • Lentsche Morgen-Rey, Over De Houw'lickx-Feest des Achtbaren, Hoog-gheleerden Heere Antonis Pelt, Der Medecijnen Docter, Ende d'Eerbare Deuchtrijcke Ioffrouwe Maria van Honthorst. Ge-echt den 28. Aprilis, Anno 1635.
  • An-sprak van Apollo, Tot de negen Sangeressen. Over't versamen vanden Erent'vesten Bruydegom Iohan Struckel, Ende d'Eerbare Deught-rijke Bruyde Juffr. Anna van Apeldoren. Vereeni[g]ht met den Bandt des Houwelijcks binnen Deventer, den 20. September. 1635.
  • Feest-Praatje, Toe-ge-eygent Den Eerentfesten ende Hoogh-geleerden Jonghman, Joannes Hooghkamer, Ende d'Eerbare Deught-rijke jonge Dochter Juffr. Clara Vinck. Vereenicht in den Echten staat, den 22. April. 1636.
  • Feest-Dicht Tot eer Van den Eerwaerdigen Jonghman Sr. Hendrick Cramer Ende De Deught-rijcke Eerbare Jonge Dochter Juff. Geertruyt Aerts. Ve[r]eenight met den Bandt des Houwelijcks op den 2. dagh van October, 1638. Binnen Deventer.
  • Feest-Dicht, Tot eer van den Eerwaerdingen ende Kunstrijcken Jonghman, S. Balthazar vander Veen, Ende De Eerbare en Deught-rijcke Juffr. Margarita Schaaps. Vereenight in den Estant op den 8. dagh May, Anno 1639. Binnen Amsterdam.
  • Jan Vander Veens Over-Zeesche Zege-Zangen
  • Hoe Grol die loose Hoer, haar Geest korts heeft gegreven, Dat heest een Geuse Pen, op Paaps Papier geschreven.
  • Olipodrigo. Mengel-Moes-gedicht, Soo van de Veluw, als de loffelijke Veroveringhe der Stadt Wesel.
  • Lof-dicht. Over't belegh van 's Hartogen-Bos.
  • Mey-Krans, Van verscheyden Kruyden, over de meer als treffelijke veroveringe der Stadt 's Hartogen-Bos. ...
  • I. Van Der Veens Vrye Nederlansche Danckbaarheyt.
  • Graaf Jan van Nassouws Water-Zucht.
  • Ian vander Veens Verkeer-Spel, Op't Batement nu kortelingh binnen Antwerpen tot schimp vanden Prins van Orangien uytgebeelt.
  • Letter-Keer. Ian Vander Veen, Viandt van Re'ene. Vander Veen, Waan reden.
  • Ian Vander Veens Kaats-Spel, Ofte Weder-stuyt, op de Leugen. Laster, tegen hem uytgespogen, door eenige Nameloos Antwerps liebt Gebroetsel.
  • Antwerpsche Weder-Botten vande Qualijck ghekeerde Ballen van Ian Vander Veen.
  • Ian Vander Veens Krucken-Dans. Toe-ge-eygent De vijf Lamme Antwerpsche Weder-botters. ...
  • Ian Vander Veens Verbaesde Fama, Over De treffelijcke ongemeene Zeghe der Wijdt-beroemde Stadt Maestricht, ...
  • Ian Vander Veens Rase-Bols Chaos, ...
  • Op't Mistighe Weder In Duyns.
  • Jan Vander Veens Raetselen, Uytgebeelt met Sin-Rijcke Uytleggingen. Met sijn Gulden en Yseren Eeuw; als mede een Nickers-Praetje, nopende de quade Proceduren van Engelandt.
  • Edele, Eerentveste, Achtbare, Wijse, ende seer Bescheydene Heeren, Burgermeesteren, Scheepenen, ende Raedt der oude vermaerde Anzee ende Koop-Stadt Deventer.
  • Jan Van Der Veens Raetselen, Uytgebeelt met Sin-Rijcke Uytleggingen.
  • Jan Vander Veens Gulden ende Yseren Eeuwe, Waerheydt ende Leugen, Waerheyt Gúlden Eeuwe.
  • Nikkers-Praetje. Alecto, Megera, Tisiphone: Helsche Rasernyen, Ende Charon Helsche-Veerman.
  • Einband

Volltext

* 4 
Ghy / potters die verwaent vnnyeder - een een veer trekt , Weit datmen achter rugh metu noch tienmael meergekt 
KbK 
2 3 evp - . 32 
Hier wert den Uyl beipot , ciech nieeft van lichte vogels , En fnorren hem . voorby gelijck Mulkette kogels , Het fpullet / e verkeert , den Baas geraakt in fvvijm , 
Ojou ! de fpotfehe fpreeuvv is vaft an 't vogel - lijm . Ditgaatdefpottersan , diemetten monde fcheercn , En mette lippenllaen , en mette tonge deeren : Voornamelijck op die , die Hecht zijn van gelaat , Eenvuldig inhaardoen , endeughtfaeminderdaedt j De fchampVe is vvel eer met ongeluck geflagen , 
Eegichelt en bejout in plaatfe van beklagen , 
AVanneer de fuleke raeckt rampfpoedelijck te fchandt , Soo roept een yeder een het fpotters huyfje brandi . 
't ^ * wC
	        

Zitieren und Nachnutzen

Zitieren und Nachnutzen

Hier finden Sie Downloadmöglichkeiten und Zitierlinks zu Werk und aktuellem Bild.

Monographie

METS MARC XML Dublin Core RIS IIIF Manifest Mirador ALTO TEI Volltext PDF DFG-Viewer Eintrag im UB-Katalog
TOC

Kapitel

PDF RIS

Bild

ALTO TEI Volltext
Herunterladen

Bildfragment

Link zur Seite mit Hinweisbox im Bild Link zu einem IIIF Bildfragment

Zitierlinks

Zitierlinks

Monographie

Um dieses Werk zu zitieren, stehen die folgenden Varianten zur Verfügung:
URN:
Hier kann eine Goobi viewer eigene URL kopiert werden:

Kapitel

Um dieses Strukturelement zu zitieren, stehen die folgenden Varianten zur Verfügung:
Hier kann eine Goobi viewer eigene URL kopiert werden:

Bild

URN:
URN:
Hier kann eine Goobi viewer eigene URL kopiert werden:

Zitierempfehlung

Veen, Jan. Jan Vander Veens Zinne-Beelden, Oft Adams Appel: Verciert Met Seer Aerdige Konst-Platen. Mitsgaders Sijne Oude En Nieuwe Ongemeene Bruylofs Zegezangen, Raetselen, Uytgebeelt Met Zin-Rijcke Uytleggingen; Sijn Gulden En Yseren Eeuw; Als Mede Een Nikkers-Praetje. Noyt Voor Desen Soo Gedruckt. Amsterdam: Wees, 1662. Print.
Bitte das Zitat vor der Verwendung prüfen.

Werkzeuge zur Bildmanipulation

Werkzeuge nicht verfügbar

Bildausschnitt teilen

Wählen Sie mit der Maus den Bildbereich, den Sie teilen möchten.
Bitte wählen Sie aus, welche Information mit einem Klick auf den Link in die Zwischenablage kopiert werden soll:
  • Link zur Seite mit Hinweisbox im Bild
  • Link zu einem IIIF Bildfragment